=Zaterdag, 29 september 2007=
Het
wordt
deze
vakantie
gebruikelijk
dat
we
's
nachts
opstaan
om
naar
de
wc
te
gaan.
Zo
ook
deze
nacht.
Om
drie
uur
werden
we
wakker.
Buiten
was
het
stil,
soms
in
de
verte
krekels
of
een
blaffende
hond.
Eigenaardig
hoe
weinig
krekels
we
dit
jaar
horen.
Orion
stond
hoog
aan
de
hemel
te
stralen.
Ook
Casiopeia
was
zichtbaar,
zodat
we
al
snel
de
poolster
zagen
staan
en
het
noorden
konden
bepalen.
De
temperatuur
was
goed
en
ik
heb
nog
een
poosje
buiten
op
een
muurtje
gezeten
om
naar
de
sterren
en
de
lichtjes
in
het
dal
te
kijken.
Het
mooiste
vond
ik
echter
het
luisteren
naar
de
afwezigheid
van
geluid.
's
Morgens
werden
we
om
8
uur
wakker
en
zagen
de
zon
in
een
blauwe
lucht
staan.
Ik
wilde
nu
wel
eens
zien
welk
stadje
we
's
nachts
hadden
zien
liggen.
Tot
onze
verbazing
was
er
geen
stadje.
Overal
waar
we
keken
zagen
we
dicht
beboste
heuvels
en
sommige
dalen
waren
gevuld
met
ochtenddauw.
Het
leek
wel
alsof
we
vanuit
een
vliegtuig
op
de
wolken
neerkeken.
De
kleuren
van
het
landschap
varieerde
van
groen
in
alle
tinten,
herfstkleuren,
alle
soorten
blauw,
grijs
in
diverse
gradaties
en wit van de nevel en wolken.
In
SIENNA
wilden
we
naar
het
PLAZA
DEL
CAMPO
maar
we
konden
nergens
parkeergelegenheid
vinden.
Alles
stond
bomvol
met
auto's.
We
kwamen
uit
bij
een
overdekte
parkeerplaats
met
vrije
ruimte,
maar
met
een
beperkte
hoogte
van
205
centimeter.
Onze
auto
is
199
cm
en
na
even
passen
besloten
we
om
niet
naar
binnen
te
gaan.
Het
was
te
eng
en
we
waren
bang
om
ons
dak
te
stoten.
Uiteindelijk
weer
achteruit
de
garage
uit.
Wat
nu.
Rechtuit
mocht
ik
niet
want
dat
was
alleen
gereserveerd
voor
aanwonenden
met
vergunning.
Achteruit
was
een
slingerende
weg
van
3
meter
breed
en
vijfhonderd
meter
lang
met
allemaal
Italiaanse
auto's
die
naar
de
parkeergarage
wilden.
Het
was
onze
enige
uitweg.
Marja
verkende
lopend
de
route.
Toen
ze
terug
kwam
stonden
we
te
dubben.
Hoe
houd
je
al
die
Italiaanse
auto's
tegen.
Ik
stond
op
het
punt
om
de
auto
op
een
breder
weggedeelte
te
keren
toen
er
een
Italiaanse
man
aankwam.
Hij
zei
dat
terugrijden
onbegonnen
werk
was
en
hij
adviseerde
om
de
verboden
weg
in
te
slaan.
Na
tweemaal
linksaf
slaan
zouden
we
weer
op
de
normale
weg
staan.
Zijn
raad
volgden
we
natuurlijk
op.
We
reden
de
verboden
weg
in,
die
naarmate
we
verder
kwamen
steeds
smaller
werd.
Op
het
eind
keken
we
naar
een
loodrecht
omhoog
lopende
weg,
die
een
scherpe
bocht
naar
links
maakte.
We
konden
niet
zien
waar
we
dan
terecht
zouden
komen.
Met
ons
verstand
op
nul
gingen
we
omhoog,
maakten
de
scherpe
bocht
naar
links,
de
weg
werd
nog
smaller
en
op
het
steilste
punt
kwamen
we
een
kruispunt
tegen.
Ik
zag
niets
vanwege
de
steile
helling
en
besloot
als
een
echte
Italiaan
door
te
rijden.
De
bocht
namen
we
perfect
en
voor
ons
dook
een
brede
rechte
weg
op.
Daarna
reden
we
SIENNA met een gerust hart weer uit. Leve de automatische versnellingsbak.
We
hebben
minstens
nog
een
uur
naar
een
parkeerplaats
gezocht.
Op
een
speciale
plek
voor
bussen
en
campers
vroegen
ze
twintig
euro
parkeergeld.
Dat
vonden
we
te
extreem.
Uiteindelijk
hebben
we
de
auto
even
buiten
SIENNA
op
een
woonboulevard
geparkeerd.
Het
was
er
erg
druk
met
kooplustige
wandelaars,
maar
dat
is
een
goede
beveiliging
tegen
het
openbreken
van
onze
auto.
SIENNA
is
een
echte
stad
met
smalle
straten
waar
alleen
de
plaatselijke
bevolking
auto
mag
rijden.
Hoge
huizen
met
was
aan
lijnen
die
over
de
weg
hangen.
De
huizen
zien
er
saai
uit
maar
door
de
schone
straten,
de
zon
en
de
schaduwen
krijgt
het
een
pittoreske
uitstraling.
Al
slenterend
door
de
straten
kwamen
we
op
de
PLAZA
DEL
CAMPO
terecht.
Het
heeft
de
vorm
van
een
hol
liggende
schelp.
Overal
zie
je
toeristen
op
de
grond zitten, liggen of rondlopen.
We
liepen
het
oude
gedeelte
van
de
stad
door
en
zagen
overal
prachtige
doorkijkjes
of
vergezichten.
De
Duomo
wilde
men
enkele
eeuwen
geleden
groter
maken,
maar
halverwege
de
bouw
werd
er
gestopt
vanwege
de
grote
sterfte
door
de
pest.
Hadden
ze
het
afgemaakt
dan
was
het
de
grootste
kerk
van
Europa geworden.
Rondom
de
Duomo
maakten
we
foto's
en
mensen
kwamen
spontaan
op
ons
af
met
de
vraag
of
we
hen
op
de
foto
wilden
zetten
met
door
hen
aangereikte
digitale
camera's.
De
Duoma
zelf
zijn
we
niet
binnengegaan,
omdat
we
entree
moesten
betalen
en
waarschijnlijk
kon
het
niet
op
tegen
de
schoonheid
van
de
duomi in POMPEÏ en ORVIETO.
Na
SIENNA
zijn
we
naar
het
dorp
MONTERIGGIONI
gereden,
een
plaats
bovenop
een
heuvel
en
omgeven
door
een
stadswal
met
elf
vestingtorens.
Het
is
onderdeel
van
de
middeleeuwse
beschermingswerken
op
de
weg
tussen
SIENNA
en
FIRENZE.
In
het
dorpje
was
een
bruiloftsfeest
gaande.
Tientallen
prachtig
geklede
mannen
en
vooral
vrouwen
stonden
op het dorpspleintje in de zon te flaneren.
Het
bruiloftspaar
was
even
verderop
in
een
vestingpoort
foto's
aan
het
maken,
belicht
door
de
ondergaande
Toscaanse
zon.
Jammer,
want
hierdoor
was
mijn
kans
verkeken
om
de
vestingmuren
in
diezelfde
ondergaande
zon
te
fotograferen.
De
ondergaande
zon
is
in
deze
streek
beroemd
om
zijn
warme
licht
en
de
rust
die
het
geeft
aan het landschap.
Ik
zou
er
honderden
foto's
kunnen
maken
van
Marja,
maar
zij
vindt
dat
nooit
zo'n geslaagd idee. In het donker kwamen we op de camping terug.