=Vrijdag, 18 september 2015=
Met
de
fiets
reden
we
naar
station
ZITTAU
VORSTADT
.
Een
oud
station
met
een
houten
overkapping
te
midden
van
zowel
moderne
als
ouderwetse
fabrieksgebouwen.
Opvallend
is
hoe
schoon
alle
straten
zijn.
Hoe
zouden
ze
dat
voor
elkaar
krijgen.
Je
ziet
geen
blikje,
papiertje
of
zakje,
of
je
nou
in
de
stad
loopt
of
in
een
bosrand
het
is
allemaal
opgeruimd.
Marja
zag
als
eerste
de
stoomlocomotief
aankomen.
Het
was
groter
dan
ik
verwacht
had.
Ik
had
de
stoomloc
van
HOORN
naar
MEDEMBLIK
in
gedachte,
maar
dit
was
een
echt
grote
lok.
Dat
bleek
ook
wel
nodig
te
zijn,
want
het
spoor
ging
alleen
maar
omhoog.
Tijdens
het
binnenrijden
riep
de
conducteur
naar
ons
dat
de
fietsen
helemaal
achterin
konden
staan.
Maar
dat
was
buiten
het
perron.
Toch
maar
gedaan
wat
hij
zei.
In
het
laatste
rijtuig
bij
de
achterste
deur
had
men
speciale
ruimte
gemaakt
voor
grote
lasten.
De
fiets
erin
hijsen
was
op
zich
al
een
zware
klus.
De
trein
bleef
echter
keurig
wachten
totdat
wij
waren
ingestapt.
De
rit
naar
boven
ging
soepel
zonder
horten
of
stoten.
In
het
plaatsje
OLBERSDORF
kon
je
eventueel
overstappen
op
een
reeds
wachtende
stoomtrein
richting
JONSDORF
.
Wij
bleven
zitten
tot
station
KURORT
OYBIN
.
Daar
bleven
we
nog
even
kijken
naar
het
rangeren
van
de
locomotief
die
de
trein
weer
terug
zou
rijden
richting
ZITTAU.
In
OYBIN
gingen
we
op
zoek
naar
de
Kuche,
die
we
vonden
in
een
mooie
hotel
annex
café
restaurant.
Ze
hadden
daar
een
luchtige
mandarijn
slagroom
kwark.
We
kregen
advies
hoe
we
kloosterkasteel
BERG
OYBIN
lopend
konden
bereiken.
Buiten
stonden
bussen,
waardoor
je
de
indruk
kreeg
dat
het
nog
redelijk
ver
weg
was.
Volgens
de
ober
was
het
echter
maar
300
meter
lopen.
Dat
bleek
te
kloppen,
maar
van
daaraf
moest
je
een
behoorlijk
steile
trap
op,
die
voor
minder
validen
moeilijk
is
te
overwinnen.
Voor
ons
was
het
echter
een
mooie
wandelweg,
langs
een
in
hout
gebouwde
bergkerk
en
een
pad
dat
hooguit
75
cm
breed
was
en
tussen
loodrechte
bergwanden
liep
van
een
tiental
meters
hoog.
Ze
noemden
het
de
riddersweg
en
die
uitstraling
had
het
ook.
Het
kasteelklooster
was
de
moeite
van
de
beklimming
waard.
Ingeklemd
tussen
vele
meters
hoge
rotsen
staat
een
gotisch
gebouwde
kerkruïne.
Rondom
loopt
in
etages
een
woeste
rondweg,
die
goed
te
belopen
is
door
een
stevig
hekwerk
met
leuningen.
De
rotspartijen
zijn
waarschijnlijk
van
een
soort
zandsteen,
want
het
heeft
de
meest
vreemde
vormen
en
je
kunt
soms
door
spleten
enkele
tientallen
meters
omlaag
kijken.
In
de
camping
zijn
ze
met
een
bulldozer
bezig
om
grote
stenen
op
hun
plek
langs
de
weg
te
leggen.
De
monniken
deden
hetzelfde
en
stapelden
de
stenen
vele
meters
omhoog.
Hoe
zouden
ze
dat
gedaan
hebben.
Volgens
de
camping
eigenaar
zou
de
terugweg
met
de
fiets
erg
makkelijk
zijn.
En
dat
klopte
ook.
Vanaf
OYBIN
loopt
een
goede
weg
gedeeltelijk
voorzien
van
fietspad.
De
afstand
tot
ZITTAU
is
ongeveer
4
kilometer
en
we
hebben
misschien
15
keer
moeten
trappen.
De
rest
reden
we
automatisch
met
de
fiets
naar
beneden.
Wel
af
en
toe
remmen
anders zou het te hard gaan.