=Maandag, 21 september 2015=
Zoals
verwacht
oogde
de
camping
in
de
ochtend
mooier
dan
de
avond
tevoren.
In
het
daglicht
blijkt
het
een
aardige
camping
te
zijn
met
veel
groen
sappig
gras
en
goed
onderhouden
bomen
en
dat
het
aan
een
mooi
meer
ligt.
Bij
het
afrekenen
troffen
we
een
vriendelijke
vrouw.
Het
blijkt
dat
het
ontbreken
van
een
gastvrije
ontvangst
plus
een
overheersende
groep
vaste
campingplaatsen
met
de
bijbehorende
afscheidingen
de
camping
een
creepy
uitstraling
geeft,
die
's
morgens
helemaal
onterecht
blijkt
te
zijn.
We
rijden
naar
COTTBUS
zonder
te
weten
wat
we
er
precies
gaan
doen.
Via
onze
elektronica
zoeken
we
een
parkeerplaats
bij
een
grote
kruidenierswinkel.
Truus
bracht
ons
er
zonder
dralen
naartoe.
Op
de
plaats
van
bestemming
wisten
we
nog
steeds
niet
waar
we
naar
toe
zouden
gaan.
Het
kasteel
BRANITZ
lag
dicht
in
de
buurt
en
was
met
de
fiets
goed
te
bereiken.
We
hadden
al
heel
wat
Oost-Duitse
steden
gezien
en
waren
niet
zo
in
om
weer
een
stad
te
gaan
bekijken.
We
besloten
naar
het
slot
BRANITZ
te
rijden.
Het
weer
was
goed,
niet
koud
en
soms
zelfs
lekker
warm
als
de
zon
doorbrak.
Het
stadje
heeft
leuke
flats
met
balkons
vol
bloemen.
Het
kasteel
ligt
een
een
prachtig
groot
park
dat
was
aangelegd
onder
toezicht
van
de
echtgenote
Lucie
van
de
ontwerper
prins
PÜCKLER-MUSKAU.
De
prins
reisde
rondom
de
Middellandse
zee
terwijl
zijn
vrouw
thuis
bleef.
Vooral
in
de
herfst
moet
het
een
prachtig
park
zijn.
Veel
bomen
staan
geïsoleerd
van
hen
omringende
soortgenoten,
waardoor
zij
in
hun
volle
pracht
en
grote
zijn
te
bewonderen,
vooral
als
de
herfstkleuren
diepte
aan
het
landschap
geven.
Toen
we
er
rondliepen
zag
je
de
herfstkleuren
al
opkomen,maar
het
was
nog
te
vroeg
om
van
een
herfstlandschap
e
kunnen
genieten.
We
hebben
redelijk
veel
tijd
doorgebracht
in
het
kasteel
zelf
waar
de
interieurs
elke
kamer
weer
een
eigen
gezicht
gaven.
Het
geheel
had
wel
een
hoog
Efteling
gehalte.
Je
verwachtte
elk
moment
mannen
tegen
te
komen
in
een
fel
gekleurd
gala
uniform
met
hoge
laarzen
en
zwierende
tressen,
gevolgd
door
dames
in
lange
slank
afkledende
jurken
met
diepe
decolletés.
Na
het
museum
bezoek
hebben
we
nog
een
dik
uur
door
het
park
gezworven,
waarbij
we
op
zoek
waren
naar
de
pyramide
waaronder
de
prins
en
zijn
vrouw
begraven
lagen.
Na
COTTBUS
gingen
we
op
weg
naar
een
camping
in
ALT-ZESCHDORF
.
De
wegen
waren
ongewoon
goed
aangelegd.
We
hadden
totaal
niet
het
gevoel
in
Oost-Duitsland
te
rijden.
Opvallend
zijn
de
dubbele
benamingen
die
je
op
veel
borden
tegenkomt.
Eerst
dacht
ik
dat
dit
kwam
doordat
de
steden
zo
dicht
langs
de
grens
liggen.
Van
Marja
begreep
ik
dat
dit
te
maken
met
de
Sorbische
bewoners
van
de
streek.
Een
bevolkingsgroep
die
een
eigen
cultuur
en
taal
hebben,
misschien
vergelijkbaar
met
de
Friezen
in
Nederland.
Rond
zeven
uur
kwamen
we
aan
op
de
camping
en
werden
ontvangen
door
een
in
eerste
instantie
norsig
overkomende
gastheer.
Naarmate
we
langer
met
elkaar
spraken
werd
hij
steeds
vriendelijker
en
hebben
we
ruim
een
half
uur
gesproken
over
de
omgeving,
de
vluchtelingen,
de
toekomst
van
onze
kinderen.
Ook
hier
is
het
een
sobere
maar
bijzonder
schone
camping.