=Woensdag, 2 juni 2010=
Na
een
rustig
ontbijt
begonnen
we
onze
spullen
in
te
pakken.
Met
een
beetje
oefening
kun
je
in
20
minuten
weg
zijn.
In
PORLEZZA
stopten
we
om
het
laatste
Italiaanse
ijsje
te
kopen.
Vlak
voor
de
grens
met
Zwitserland
kwamen
we
op
de
ons
bekende
plek
weer
een
grote
bus
tegen.
Een
letterljke
herhaling
van
de
geschiedenis.
Onze
camper
helemaal
tegen
de
rotswand
gezet.
De
bus
erlangs
maar
hij
kwam
steeds
dichter
tegen
onze
fietsdrager
aan.
De
buschauffeur
zag
dat
en
hij
reed
uiterst
langzaam.
Ik
kon
de
camper
iets
naar
links
wegdraaien,
waardoor
de
fietsdrager vrij kwam, dit keer lukte het om in 15 minuten langs elkaar te komen.
Plotseling
een
sirene
van
een
ziekenauto.
Ik
kon
niet
achterhalen
waar
het
geluid
vandaan
kwam.
We
stonden
ingesloten
in
een
file
van
tegenliggers
voor
ons.
De
zwaailichten
bleken
achter
ons
te
zitten.
Er
was
maar
één
mogelijkheid
en
dat
was
rechtdoor
vooruit.
Iedereen
deed
zijn
best
om
de
weg
zo
snel
mogelijk
vrij
te
krijgen.
Men
hielp
elkaar
door
het
geven
van
signalen.
Het
lukte
binnen
10
minuten
om
de
weg
voor
de
ambulance
vrij
te
maken.
we
hoopten
dat
de
GOTTHARD
PAS
open
zou
zijn.
Op
de
heenweg
was
hij
dicht
vanwege
het
slechte
weer.
Gelukkig
konden
we
de
pas
op.
Beneden
was
het
25
graden,
maar
boven
was
het
mistig,
koud
en
lag
er
sneeuw.
De
bergtoppen
waren
indrukwekkend
door
de
sneeuw
die
erop
lag.
Het
meertje
waar
we
altijd
naast
parkeerden
was
met
een
laag
ijs
bedekt.
We
konden
hooguit
25
meter
vooruit
kijken.
Dat
wordt
wat
bij
de
afdaling.
Ondanks
het
weer
was
er
een
grote
groep
fietsers
op
de
pas.
Er
kwam
een
VW
cabrio
met
een
open
dak
de
parkeerplaats
oprijden
samen
met
een
auto
waarvan
de
ruiten
bevroren waren. Een grappig samenspel.
HOME
DAGBOEK
LANDKAARTEN
STADSNAMEN