=Donderdag, 12 september 2013=
We
werden
wakker
door
de
zon.
Een
goede
reden
om
te
blijven
en
een
fietstocht
te
gaan
maken.
Vanaf
de
camping
loopt
een
fietspad
op
de
dijk
richting
het
plaatsje
ZINGST
.
Daar
aangekomen
bleek
er
een
pier
de
zee
in
te
lopen
met
aan
de
landkant
een
Kurhaus.
We
hebben
er
koffie
met
kirschkuche
genomen.
Op
zich
al
een
hele
maaltijd.
Geen
wonder
dat
je
er
zoveel
dikke
Duitsers
ziet
rondlopen.
De
pier
was
van
hout
en
je
kon
diep
in
het
water
kijken,
zo
schoon
was
het
water.
Geen
enkel
levend
wezen
te
zien
in
de
zee.
Aan
het
einde
van
de
pier
stond
een
roestvrij
stalen
capsule.
Je
kon
tegen
betaling
instappen,
want
het
bleek
een
soort
duikerklok
te
zijn.
Volgens
de
borden
kan
je
tot
4
meter
onder
het
zeeniveau
duiken
en
de
vissen
bekijken.
De
eerstvolgende
duik
zou
aan
het
einde
van
de
middag
zijn.
Het
stadje
ZINGST
lokte
ons
en
het
was
zeker
de
moeite
waard.
Je
waant
je
er
in
een
Frans
riviera
dorpje.
Mooie
huizen,
goed
onderhouden
en
in
allerlei
pasteltinten
geverfd.
Veel
groene
struiken
met
nog
bloeiende
bloemen.
Een
echt
flaneerstadje.
We
vroegen
ons
af
waarom
de
Nederlandse
zeedorpen
er
vaak
zo
armoedig
uitzien.
Veel
duinzand,
vrijwel
geen
groene
struiken,
verveloze
gebouwen
met
de
zoutaanslag
op
de
ramen.
Zelfs
Bergen
valt
in
het
niet
vergeleken
met
dit
dorpje
aan
de
Oostzee
kust.
Misschien
komt
het
doordat
onze
kust
volop
in
de
zuidwesten
wind
ligt,
terwijl
de
Oostzeekust
door
het
land
beschermd
wordt
tegen
deze
veel
voorkomende
windrichting.
Op
onze
fietstocht
kwamen
we
bij
een
haventje
waar
een
heerlijke
nazomersfeer
hing.
Mensen
zaten
op
de
terrasjes
of
op
de
stenen
trappen
te
warmen
in
de
nog
warme
zon.
Ondanks
de
vele
mensen
was
het
er
rustig.
We
vervolgden
onze
weg
langs
een
dijk
met
rechts
van
ons
grote
rietvelden,
weilanden
en
waterpartijen.
Het
leek
veel
op
de
zuidelijke
dijk
van
TERSCHELLING.
Ons
plan
was
om
naar
de
oostelijke
punt
van
het
schiereiland
naast
het
plaatsje
PRAMUNT
te
fietsen.
Dat
was
echter
te
ver
voor
vandaag
en
we
besloten
halverwege
om
weer
terug
te
gaan
via
de
normale
weg.
De
weg
liep
door
een
dicht
berkenbos
met
soms
een
zeer
verlaten
huis
tussen
de
bomen.
Wie
zou
daar
wonen
en
waarvan
leven
ze
hier.
De
normale
wegen
zijn
slecht,
je
kunt
er
in
het
donker
niet
fietsen.
Er
zitten
diepe
gaten
in
het
asfalt,
waar je overdag langsom kunt rijden.
Terug
bij
de
pier
zijn
we
in
de
duikcapsule
gestapt.
Je
zakt
langzaam
onder
water
en
door
de
ramen
komt
diffuus
groen
licht
binnen.
Een
man
houdt
een
hele
monoloog
over
hoe
de
Oostzee
in
elkaar
zit
en
waarom
er
zo
weinig
leven
in
de
zee
zit.
Vanuit
het
oostblok
komt
veel
kunstmest
in
het
zeewater,
waardoor
de
algen
de
overhand
krijgen.
Daarbij
verjagen
de
grote
zeeschepen
de
zeehonden.
In
het
halve
uur
onder
water
zagen
we
één
visje
van
5
cm
lengte.
Een
vertoonde
driedimensionale
film
over
het
zeeleven
was
nog
het
meest
interessant.
Tijdens
het
avondeten
werden
we
door
de
stekende
muggen
naar
binnen gejaagd.