=Het Italiaanse verkeer= Zodra je beneden Rome komt moet je je qua rijgedrag aan gaan passen. Hier gelden de Nederlandse normen niet meer. Het kost één of twee dagen om eraan te wennen, maar daarna doe je volop mee. In onze ogen is het ongeorganiseerd, maar na verloop van tijd zie je het tegendeel. Als je meedoet dan blijk je vrijwel ongestrest door zelfs de drukste steden te rijden. Je moet duidelijk laten zien wat je wilt, wat tot gevolg heeft dat medeweggebruikers zich aan jou aanpassen en ruimte maken of voorrang geven. Voor jezelf geldt dat natuurlijk ook, op de juiste momenten voorrang geven of ruimte maken. Zonder ruzie of schade kom je redelijk gemoedelijk op je plek aan. In Nederland ben ik eerder gestrest dan in Italië. Misschien omdat je in Nederland verwacht dat iedereen zich aan de regels houdt, en omdat mensen in de randstad alleen aan zichzelf denken. Als in Italië een mooie vrouw oversteekt dan stoppen alle mannen om haar voor te laten. Ondertussen kunnen ze rustig kijken. In Holland rijden de mannen gewoon door, en ondertussen kijken en telefoneren ze. Telefoneren tijdens het rijden is in Italië meer regel dan uitzondering. Wat gaat er in Italië anders: Je hebt snel verkeer en langzaam verkeer. De langzamen gaan uiterst rechts rijden, waardoor er op een tweebaansweg een derde rijstrook ontstaat. De snellen schieten hier overheen en letten goed op tegenliggers, zodat ze op tijd kunnen invoegen. Degene met de beste zenuwen blijft op de rijstrook rijden. Vrachtwagens op deze middenstrook hebben altijd voorrang, die blijven gewoon stug doorrijden. Overigens doen de politie en de carabinieri mee met dit spel dus blijkbaar is het geoorloofd. Ritsen kent men hier niet. Degene met het meeste lef komt het eerste in de rij, waarbij men overigens niet moeilijk doet. Iemand die zich in de rij indringt laat men rustig zijn gang gaan. Men stopt en rijdt vervolgens weer verder. je moet je wel indringen, want men zal niet voor je stoppen als je blijft stilstaan. Overstekende mensen geeft men voorrang, waarbij men alle tijd heeft voor oudjes. Als het erg langzaam gaat dan rijdt men er rustig voor of achterlangs. Brommers en motors schieten aan alle kanten langs je heen. Geef ze gewoon de ruimte en maak je er niet druk over. Snelwegen met drie of meer rijstroken gebruik je als voorsorteerstrook. Moet je de vierde afslag hebben dan schuif je per afslag één baan op naar rechts. Vlak voor de juiste afslag rij je dus op de rechterbaan en voeg je gemakkelijk uit. Wil je van baan veranderen zet dan je knipperlicht uit en druk jezelf naar de juiste positie. Mensen die naast je rijden trekken zich niets van je aan, maar de mensen achter je maken ruimte om je tussen te laten. Op deze manier zijn we midden in de spits door heel wat steden gereden, waaronder GENUA, NAPELS, FIRENZE en ROME. De autostrada heeft meestal drie rijstroken. De meest rechtse is voor het vrachtverkeer en langzame rijders. De andere twee banen zijn voor gewoon gebruik. Kijk dus niet verbaasd als een personenauto continue op de tweede baan blijft rijden, ondanks dat de rechterbaan vrij is. Het is normaal gebruik. Neem bij de tol van de autostrada de poorten voor toeristen of voor geldbetaling. Bij de poorten voor telepas loop je vast. Kom je in de file terecht blijf dan ontspannen en hobbel gezellig mee. Wel op tijd voorsorteren bij het uitvoegen en sta je eenmaal stil ga dan een kopje koffie drinken, want soms kan het lang duren
Sommige routes gaan buiten de autostrada om Zelfs op onverwachte plekken zijn er straten Je hebt ook stille straten Tolpoortjes vergen een lenig lichaam Ons onderdak tijdens de reis