=Donder/vrijdag 16 en 17 mei 2024=
Vandaag
buigen
we
iets
af
naar
het
zuid-
oosten
om
verder
af
te
raken
van
het
regengebied
dat
al
enkele
dagen
boven
West-
Europa
beweegt.
Op
onze
weg
plannen
we
een
bezoek
aan
het
plaatsje
SAN
GIMIGNANO
.
Het
is
bekend
door
de
dertien
torens
die
het
plaatsje
rijk
is.
We
hadden
moeite
om
een
goede
parkeerplaats
te
vinden.
De
enige
plek
die
geschikt
was
bleek
qua
diepte
van
de
parkeervakken
niet
te
zijn
afgestemd
op
onze
auto.
Zo’n
30
centimeter
staken
wij
uit
in
de
rijbaan.
We
voelden
ons
er
niet
geheel
happy
mee,
omdat
een
niet
oplettende
automobilist
tegen
onze
auto
kan
schampen.
We
bleven
een
poos
kijken
hoe
het
verkeer
zou
gaan
reageren
op
onze
auto.
Dat
bleek
geen
enkel
probleem
te
zijn,
ze
gingen
er
ruim
omheen.
Het
stadje
had
mooie
gebouwen
en
had
een
wijdse
blik
over
het omringende landschap.
Na
dit
bezoek
reden
we
door
naar
de
camping
in
CAVRIGLIA
.
Deels
via
de
tolweg,
maar
voor
het
grootste
deel
smalle
steile
en
slingerende
landwegen.
Soms steil (17%) vaak zeer bochtig.
De
vrijdag
hebben
we
ingepland
om
een
10
kilometer
lange
wandeling
te
maken
in
de
bossen
rondom
de
camping.
Voor
ons
gevoel
een
makkie
want
die
afstand
lopen
we
wekelijks
in
Hoorn.
De
weersites
beloven
een
enigszins
bewolkte
hemel,
zonder
regenval.
Desondanks
handhaven
we
de
geleerde
discipline,
bergschoenen,
één
wandelstok
en
rugzak
mee
met
daarin
appels,
drinken,
regenjas,
warme
trui,
GPS
met
de
coördinaten
van
de
camping,
powerbank,
handschoenen,
petje,
lichte
verrekijker,
licht
fototoestel,
telefoontoestel
met
daarop
de
routetrack,
een
reserve
telefoon.
Na
deze
wandeling
besloten
we
om
in
de
toekomst
ook
een
zaklamp
mee
te
nemen.
Ook
hier
de
bekende
bergwandelpaden,
15%
opgaande
en
neergaande
hellingen,
paden
verhard
met
grote
brokken
steen,
dichte
bossen
om
je
heen,
met
brem
overwoekerde
paden.
In
de
lente
schitteren
deze
tochten
door
de
vele
kleuren
groen
die
je
ziet,
de
schaduwwerking
van
de
zon
op
de
bergglooiingen,
de
bloemen
in
geel,
wit,
rood,
paars.
Tijdens
de
wandeling
zien
we
in
het
bos
geen
enkel
mens.
Je
hoort
alleen
tientallen
vogels
zingen,
soms
zie
of
hoor
je
een
wegspringende
salamander,
een
konijn,
heel
soms
een
ree.
Een
slang
zijn
we
nog
nooit
tegen
gekomen. Daarvoor maken we teveel lawaai.
Ondanks
de
weersvoorspelling
dat
het
droog
zou
blijven,
zien
we
toch
de
zon
langzaam
verdwijnen
achter
steeds
donkerder
wordende
wolken.
Eerst
een
lichte
regen
gevolgd
door
een
bui
en
daarna
een
stortbui.
Wij
trekken
de
regenkleding
aan,
maar
de
bui
is
zo
hevig
dat
we
binnen
enkele
seconden
doornat
zijn.
We
moeten
nog
30
minuten
doorlopen
naar
de
camping
op
een
met
keien
verhard
pad
en
bijzonder
steil.
De
keien
worden
nat
en
daardoor
verraderlijk
glad.
De
wandelstok
komt
goed
van
pas
om
je
rechtop
te
houden
en
voorkomt
valpartijen.
De
klep
van
het
petje
voorkomt
dat
de
regen
recht
in
je
gezicht
slaat
en
je
het
zicht
ontneemt.
Terwijl
we
de
hellingen
omhoog
klauteren
komt
een
steeds
breder
wordende
stroom
modder
naar
beneden.
Je
scant
voortdurend
het
looppad
af
om
niet
in
een
waterplas
terecht
te
komen,
grote
gladde
stenen
te
ontwijken,
houvast
te
zoeken
om
de
helling
op
te
gaan.
We
komen
doornat
op
de
camping
aan.
De
rest
van
de
middag
besteden
we
aan
het
drogen van de spullen.