=Donderdag, 20 mei 2010=
Vanaf
de
ingang
van
de
camping
rijdt
een
pendelbusje
naar
de
VESUVIUS
.
Wij
besluiten
om
met
de
camper
te
gaan,
zodat
we
na
het
bezoek
direct
naar
onze
nieuwe
bestemming
kunnen
rijden.
Voor
de
tweede
of
derde
maal
bracht
Truus
ons
in
de
problemen
door
binnenroutes
te
nemen.
Nu
kwamen
we
in
drukke
achterbuurten
van
Napels
terecht
met
smalle
doorgangen.
Scooters
en
brommers
schieten
links
en
rechts
voorbij
en
proberen
tussen
ons
en
geparkeerde
auto's
door
te
wringen.
We
rijden
stug
door
en
pakken
op
zijn
Italiaans
voorrang,
zodat
het
gewriemel
van
die
tweewielers
op
een
gegeven
moment
stopt.
Ze
blijven
achter
ons.
Zodra
we
uit
de
voorsteden
weg
waren
kwamen
we
op
goede
bergweggetjes
terecht
richting
VESUVIUS.
Plotseling
een
scherpe
bocht
naar
links
gevolgd
door
een
gigantisch
hek
dat
voor
ons
opdoemt.
Achter
het
hek
staan
legergroene
vrachtauto's.
De
weg
loopt
dood
op
dat
hek,
zijn
we
per
ongeluk
op
een
kazerneterrein
beland?
Het
bleek
de
toegang
tot
het
beschermde
natuurterrein
van
de
VESUVIO
te
zijn.
Je
kunt
hier
je
auto
parkeren
en
in
een
terreinbus
stappen.
Voor
de
poort
staat
een
man
bij
wie
je
betaalt
voor
de
entree
en
voor
het
parkeren.
Aanvankelijk
denk
je
weer:
"worden we getild?" Achteraf valt dat wel mee.
De
bergweg
naar
de
top
blijkt
inderdaad
onbegaanbaar
voor
onze
camper
te
zijn
en
eenmaal
boven
aangekomen
is
er
amper
parkeerplaats.
Vanaf
de
parkeerplaats
lopen
we
via
een
smal
looppad
verder
naar
boven.
Een
behoorlijke
klim
en
door
onze
sportieve
aanleg
kwamen
wij
als
eersten
boven
met
ruime
voorsprong
op
het
peloton.
Later
horen
we
van
anderen
dat
de
noordwestelijke
route
makkelijker is.
Op
de
top
werden
we
opgevangen
door
een
Engels
sprekende
gids
die
ons
kort
uitleg
gaf
over
de
geschiedenis
van
de
vulkaan.
Hij
wees
ook
de
plek
van
POMPEÏ
aan.
In
het
midden
van
de
foto
zie
je
een
lange
doorgaande
weg.
Aan
het
einde
van
de
weg
zie
je
een
wat
donker
gebied.
Dat
is
POMPEÏ
.
Zelfs
met
een
verrekijker
zouden
we
die
plaats
niet
gevonden
hebben.
Als
je
vanaf
POMPEÏ
naar
de
VESUVIO
kijkt
dan
denk
je:
"Die
vulkaan
ligt
behoorlijk
ver
weg,
waarom
konden
de
mensen
toen
niet
wegkomen?".
Zie
de
derde
foto
uit
voorgaande weblog ‘Herinnering aan Napels en Pompeï ‘.
Sta
je
echter
op
de
vulkaan
en
kijk
je
terug
dan
denk
je:
"Wat
ligt
POMPEÏ
dichtbij.
Geen
wonder
dat
ze
niet
wegkwamen."
Als
je
dat
kleine
POMPEÏ
tussen
dat
gigantisch
grote
NAPELS
ziet
liggen
dan
slaat
de
schrik
om
je
hart.
Een
vergelijkbare
vulkaanuitbarsting
zal
de
grootste
ramp
ooit
in
EUROPA
worden.
Na
een
uurtje
zagen
we
de
wolken
boven
de
bergen
van
AMALFI
komen,
teken
om
terug
te
gaan.
Bij
de
bus
aangekomen
was
het
behoorlijk
koud
en
regenachtig.
Een
hoop
toeristen
blijken
zich
te
vergissen
met
de
kleding.
Ze
komen
vanuit
het
warme
NAPELS
in
zomerkleding
en
hebben
geen
truien,
broeken
of
regenkleding
bij
zich.
Voor
hen
was
een
teken
aan
de
wand
het
feit
dat
alle
gidsen
warme regenkleding droegen
Vanaf
de
VESUVIUS
besloten
we
om
een
groot
stuk
richting
CALABRIA
te
rijden.
het
weer
was
niet
echt
geweldig.
Een
beetje
regenachtig.
Op
zeeniveau
was
de
temperatuur
goed,
tegen
de
22
graden.
Bij
bergpassen
zakte
die
temperatuur
echter
naar
6
graden.
Onderweg
reden
we
door
de
wattendekens
in
de
bergpassen
en
kwamen
we
voorbij
het
stadje
EBOLI
.
De
wereld
bleek
er niet op te houden.
Vlak
voor
de
camping
in
de
buurt
van
CORIGLIANO
CALABRO
kwamen
we
op
een
eenbaansweg
terecht,
dat
eindigde
in
een
klein
dorp
zonder
bewoners.
De
wegen
werden
smalle
grindbanen.
De
camping
zou
dus
nog
wel
eens
kunnen
tegenvallen.
Wat
een
contrast.
Toen
we
de
poort
binnenreden
stonden
we
in
een
grote
groene
tuin,
met
een
prachtig
luxe
hotel.
We
meldden
ons
bij
de
receptie,
waar
de
baliemedewerkster
duidelijk
geen
ervaring
had
met
campinggasten.
Ze
herkende
ons
campingcarnet
niet
en
wilde
onze
paspoorten
hebben.
Die
geven
we
echter
nooit
af
en
de
chef
werd
erbij
geroepen.
Die
legde
haar
uit
hoe
het
werkte.
Het
ging
allemaal
in
een
gemoedelijke
sfeer
en
we
hadden
het
gevoel
dat
men
de
gasten
op
alle
mogelijke
manieren
in
de
watten
legt.
Met
onze
camper
reden
we
via
een
ruime
toegangsweg
de
camping
op.
Aan
weerskanten
winkels
zonder
publiek.
Op
de
camping
stonden
een
tiental
campers
onder
hoge
bomen.
In
een
warme
droge
zomer
zou
ik
niet
graag
op
deze
plaats
staan.
De
dennennaalden
op
de
grond
lagen
in
een
dik
pakket
en
één
vonkje
is
voldoende
om
in
een
vuurzee
terecht
te
komen.
Na
ons
geïnstalleerd
te
hebben
gingen
we
boodschappen
doen
in
de
winkels.
Omdat
we
de
enige
bezoekers
waren
werden
we
in
alle
winkels
perfect
geholpen.
Je
vraagt
je
af
hoe
zo'n
camping
rendabel
is.
We
telden
in
de
avond
20
personeelsleden op een bezetting van 10 campers, zeg 25 gasten.