=Donderdag, 19 september 2019=
Rustig
en
lang
geslapen.
Het
brood
is
pas
om
10
uur
beschikbaar
bij
de
receptie.
Het
leuke
van
slapen
op
een
heuvel
is
dat
je
de
omgeving
hoort
wakker
worden.
De
honden
blaffen
tegen
4
uur
in
de
morgen,
waardoor
de
hanen
wakker
worden
en
tegen
vijf
uur
beginnen
te
kraaien.
Ze
roepen
en
beantwoorden
elkaar.
Tegen
zes
uur
hoor
je
de eerste mensen naar hun werk gaan.
Na
een
uitgebreid
ontbijt
die
we
doorbrachten
met
kijken
naar
het
landschap
en
praten
over
wat
we
gaan
doen,
besloten
we
om
een
wandeling
te
gaan
maken.
Tijdens
het
ontbijt
kwam
er
een
vliegtuig
over
en
bij
het
zoeken
waar
het
geluid
vandaan
kwam
zagen
we
hoog
in
de
lucht
een
tiental
grote
vogels
zweven.
Het
waren
gieren
of
adelaars.
Ze
sloegen
regelmatig
met
hun
vleugels,
bleven
bij
elkaar
cirkelen
en
verdwenen
vrij
snel.
Hun
kop
en
slagpennen
waren
licht,
het
lijf
donker.
De
top
van
de
vleugels
bestond
uit
herkenbare
afzonderlijke pennen.
Marja
had
een
looproute
in
haar
gedachte
SENA
DE
LA
PLAZA
DE
LOS
MOROS
.
Het
was
niet
ver
van
de
camping
en
begon
met
een
lange
gravel
achtige
straat
richting
bos.
Met
enige
toeval
vonden
we
de
toegangsweg
van
de
route.
Het
was
een
smal
paadje
tussen
de
bomen
dat
begon
met
veel
gladde
stenen.
Al
snel
gingen
we
redelijk
steil
omhoog.
De
meegenomen
wandelstokken
kwamen
goed
van
pas
om
je
evenwicht
te
houden.
Op
een
gegeven
moment
kwamen
we
op
een
plek
waar
duizenden
losse
steenblokken
en
–blokjes
lagen.
Dat
stenenveld
moesten
we
oversteken,
waarbij
onze
bergwandelschoenen
ons
beschermde
tegen
het
verzwikken
van
de
enkels.
Je
moest
wel
oppassen
dat
je
voet
niet
klem
kwam
te
zitten
tussen
de
rotsblokken
in.
Het
ging
goed
waarna
het
volgende
opmerkelijke
punt
een
loodrechte
wand
was
bestaande
uit
een
steensoort
met
allemaal
evenwijdige
scheuren.
Op
sommige
plaatsen
zag
je
dat
struiken
of
bomen
zo’n
rots
hadden
gespleten.
Over
enkele
honderden
jaren
is
zo’n
rots
uiteengevallen
in
duizenden
losse
rotsblokjes.
Marja
zag
langs
het
pas
veel
kruidensoorten
die
we
thuis
gebruiken
in
het
eten.
Na
veel
klimwerk
bereikten
we
het
hoogste
punt
op
817
meter
hoogte,
een
klim
van
150
meter.
Niet
eens
zo
hoog,
maar
wel
erg
inspannend.
Het
uitzicht
was
groots,
mogelijk
konden
we
50
kilometer
in
de
rondte
kijken.
We
waren
precies
op
de
helft
van
de
af
te
leggen
route
en
we
begonnen
de
afdaling.
Deze
bleek
vele
malen
makkelijker
dan
de
eerste
helft
en
binnen
een
uur
waren
we
weer
op
het
beginpunt.
We
waren
wel
toe
aan
een
verfrissende
drank.
’s
Avonds
buiten
voor
de
camper
gegeten
met
een
open
geslagen
luifeldoek,
een
rode
ondergaande
zon,
zingende
krekels
en
een
lekker
maal
bestaande
uit
soep,
yoghurt
en
stokbrood.
Leek net een scene van “out of Africa”.