=Vrijdag, 20 september 2019=
Vandaag
gaan
we
eerst
twee
informatieposten
bekijken
van
het
aangrenzende
PARQUE
NACIONAL
DE
CABAÑEROS
.
Het
is
geen
klein
park.
Om
de
eerstvolgende
post
te
bereiken
rij
je
bijna
30
kilometer
langs
de
grens
van
het
park.
We
kwamen
aan
en
het
was
er
stil.
De
niet
opvallende
ingang
gaf
geen
zicht
op
een
gebouw.
We
zagen
alleen
bomen
en
struiken
langs
een
smal
houten
pad.
We
besloten
het
pad
te
volgen
en
zagen
bij
elke
boom
een
naambord
met
uitleg
over
de
boom
staan.
Gaf
vertrouwen
dat
het
wel
goed
zat.
Het
gebouw
lag
op10
minuten
lopen
en
bij
binnenkomst
schrok
een
man
op.
We
raakten
aan
de
praat
waarbij
de
man
zo
goed
als
mogelijk
in
het
Engels
uitleg
gaf.
We
snapten
er
weinig
van
maar
we
hadden
alle
drie
lol,
omdat
we
elkaar
soms
wel
en
soms
niet
begrepen.
We
maakten
hem
een
compliment
over
het
Engels
want
andere
Spanjaarden
durfden
helemaal
geen
Engels
te
spreken.
Vol
trots
liep
de
man
naar
zijn
bureau
en
liet
ons
zijn
opengeslagen
boekje
“Engelse
les
voor
Spanjaarden”
zien.
Hij
schrok
bij
binnenkomst
van
ons,
omdat
hij
volop
verdiept
was
in
zijn
taalboek.
Marja
moest
in
zijn
aantekenboek
de
Engelse
vertaling
“Viewpoint”
geven
voor
het
Spaanse
“Punto
de
vista”.
Hij
had
er
plezier
in
en
na
enige
tijd
kwam
hij
aan
met
een
boekje
over
het
park
dat
geschreven
was
in
het
Engels.
Een
unicum,
omdat
je
vrijwel
alleen
boekjes
in
het
Spaans
kan
vinden.
Hij
startte
voor
ons
een
film
op
over
het
park.
We
verlieten
het
park
na
een
rondgang
door
het
museum
en
een
bezoek
aan
een
openlucht
museum
waar
je
een
beeld
kreeg
hoe
mensen
in
het
verleden
woonden
en
leefden.
Plaggenhutten en waterputten.
De
tweede
informatieplek
van
het
park
was
nabij
een
stuwdam.
Hier
was
geen
manbezetting
en
het
stuwmeer
bleek
al
behoorlijk leeg te zijn.
Onderweg
naar
onze
gekozen
bestemming
kwamen
we
tot
de
conclusie
dat
we
te
laat
bij
die
camping
zouden
aankomen.
We
besloten
om
een
andere
plaats
te
zoeken.
Dat
werd
RIAZA
op
1200
meter
hoogte.
Op
deze
camping
waarschuwden
ze
ons
voor
een
grote
groep
Spaanse
kampeerders
die
voor
een
jaarlijkse
bijeenkomst
hier
terecht
waren
gekomen.
Ze
maakten
volgens
de
receptie
veel
lawaai.
Wij
vonden
het
wel
gezellig
en
we
ervoeren totaal geen overlast.
Omdat
we
vroeg
waren
zijn
we
met
de
fiets
naar
het
stadje
gereden.
Onderweg
was
het
erg
druk
op
straat
met
muziek
en
mannen
met
halsdoekjes.
Er
liepen
groepen
meisjes
en
jongens
rond
met
fel
gekleurde
identieke
truien.
Sommige
groepen
waren
geel,
anderen
blauw
of
rood.
In
het
centrum
was
het
kermisachtig
druk
en
we
zagen
een
grote
rode
ronde
muur
van
wel
8
meter
hoog.
Het
was
een
geïmproviseerde
arena
voor
stierengevechten.
Alle
bars
en
restaurant
zaten
overvol
met
drinkende
en
pratende
mensen.
Volop
feest
in
de
stad
met
bloed
van
de
stieren
dat
over
de
straat wegstroomde.
In
het
donker
reden
we
met
de
fiets
terug
naar
de
camping.
Auto’s
rijden
ruim
om je heen, maar we vonden het veiliger om over de voetpaden te gaan rijden.
We gingen slapen met op de achtergrond het geluid van een onweer.
HOME
DAGBOEK
LANDKAARTEN
STADSNAMEN