=Vrijdag, 21 september 2007=
We
hadden
het
zo
goed
gepland,
maar
wat
viel
het
tegen.
Om
tien
uur
vertrokken
we,
zodat
we
rond
vier
uur
in
de
middag
op
de
camping
in
SPECCHIOLLA
vlak
boven
BRINDISI
zouden
zijn.
Helaas
gesloten
ondanks
dat
in
het
campingboek
stond
dat
deze
camping
het
hele
jaar
open
zou
zijn.
Een
eenvoudig
briefje
aan
de
poort
"overte
20/4/08"
veroorzaakte
toch
wel
een
probleem.
We
trokken
op
met
een
Duitse
camper
die
ons
met
signalen
had
gewaarschuwd
dat
de
camping
gesloten
was.
Na
nog
drie
campings
in
de
buurt
bezocht
te
hebben
kwamen
we
tot
de
conclusie
dat
alles
in
de
omgeving
gesloten
was.
Op
zich
was
het
wel
een
mooie
rondrit,
je
rijdt
door
olijfboomgaarden,
duinpannen,
verlaten
dorpen.
Het
had
een
beetje
weg
van
de
Camarque
in
Zuid-Frankrijk.
Wat
te
doen
als
het
campingboek
niet
meer
als
leidraad
gebruikt
kan
worden.
Je
kunt
overal
naar
toe
rijden
en
dan
steeds
weer
tot
de
ontdekking
komen
dat
de
Italianen
zich
niet
aan het campingboek houden.
We
beredeneerden
dat
de
weinige
toeristen
die
in
deze
uithoek
van
Italië
komen
vrijwel
allemaal
als
doel
hebben
om
het
zuidpuntje
van
de
laars
te
bekijken.
Waarom
zou
je
anders
zo
ver
rijden.
Op
naar
het
zuidpuntje,
de
camping
in
GAGLIONA
DEL
CAPO
.
Rond
acht
uur
kwamen
we
aan
na
een
inspannende
rit
over
donkere
wegen
die
nogal
eens
van
karakter
veranderden.
Soms
reden
we
op
een
goed
berijdbare
provinciale
weg,
soms
ging
zo'n
weg
over
in
een
smal
dorpsweggetje
of
kwam
uit
op
een
pleintje
en
werd
je
via
allerlei
ingewikkelde
routes
door
een
stadje
geloodst.
Truus
heeft
ons
menigmaal
op
de
juiste
route
gehouden
en
dat
geeft
toch
wel
een
ontspannen
gevoel.
En
dan
te
bedenken
dat
we
vijf
jaar
geleden
dit
soort
wegen
alleen
met
een
kaart
hebben
gereden.
Je
kwam
er
toen
ook
wel
uit,
maar
zeker
in
die
kleine
stadjes
zouden
we
met
een
kaart
heel
wat
keren
hebben
moeten
zoeken
of
vragen
naar
de
juiste
wegen.
Met
Truus
kun
je
al
honderd
meter
vooraf
zien
wat
je
moet
gaan
doen.
Soms
lijkt
het
net
een
radar
op
een
schip,
daar
kun
je
ook
vooruit
kijken
op
een
schermpje
en
zie
je
dingen
die
voor
het
oog
nog
verborgen zijn.
De
routes
in
Italië
hebben
allemaal
hun
eigen
karakteristieken.
We
komen
Italië
binnen
bij
LUGANO
en
tot
aan
MILAAN
is
dat
een
bergachtig
en
rijk
aandoende
omgeving.
Na
MILAAN
richting
RAVENNA
zie
je
grote
industrieterreinen
afgewisseld
door
enorm
grote
maar
armoedig
ogende
akkerbouw
gebieden.
Zodra
je
de
Adriatische
Zee
ziet
ben
je
weer
in
een
rijke
bergachtige
streek
met
her
en
der
witte
kustplaatsen,
treinrail
langs
de
snelweg,
tunnels
en
valleien
aan
de
westkant.
In
ABRUZZI
ruige
en
hoge
bergen,
diepe
kloven,
hoog
gelegen
bergdorpen
als
middeleeuwse
uitkijkposten,
haarspeldbochten
en
plotseling
kilometers
uitgestrekte
platte
plateaus
vol
akkerbouw
en
lange
rechte
wegen,
omzoomd
door
hoge
bergen.
Rijd
je
vanuit BARREA naar
BARI
dan zie je eerst een
berglandschap
dat
na
een
tiental
kilometers
gevolgd
wordt
door
heuvels
vol
akkerbouw.
Hier
heeft
de
mens
werkelijk
toegeslagen.
In
september
zijn
de
velden
gemaaid
en
de
grond
is
op
sommige
plekken
geploegd.
Eindeloze
gele
en
bruine
velden,
heuvels
tot
aan
de
horizon,
waarbij
de
horizon
een
golvende
strakke
lijn
is
zonder
boom-
of
struikcontouren.
Het
ljkt
wel
of
de
mens
elke
boom
of
struik
die
in
de
weg
zat
heeft
gekapt
in
het
belang
van
de
industriële
landbouw.
Ik
merk
dat
we
beiden
helemaal
stil
worden
als
we
door
dit
landschap
rijden.
Je
krijgt
een
gevoel
van
afgrijzen,
wat
een
milieuvernietiging.
Voor
zover
je
nog
bosjes
of
struiken ziet zijn deze voor bijna 30% de afgelopen zomer in de brand gegaan.
Onder
BARI
kom
je
in
een
duinachtig
gebied
vol
olijfboomgaarden,
waar
alle
bomen
in
het
gelid
staan
op
een
roodbruinachtig
grond
die
is
ontdaan
van
alle
groene
sprietjes.
Druivenplantages
zijn
overhangen
met
plastic
in
twee
kleuren.
Doorzichtig
wit
plastic
voor
de
broei
en
groen
plastic
om
de
zon
te
temperen.
Kustplaatsen
zijn
hier
soms
totaal
verlaten
en
staan
vol
met
afgedichte
huizen,
autoloze
straten
en
een
hier
en
daar
een
loslopende
kat
of
hond.
Een
decor
voor
fotografie of een horror film.