=Zaterdag, 22 september 2007= Op alle campings die we tot nu toe bezocht hadden stonden we alleen of met hooguit vijf andere kampeerders. Zo ook in GAGLIANO DEL CAPO, een camping in een bosachtig perceel waar de bomen scheef staan door de continue zeewind. Ondanks het zeer lage aantal campinggasten wordt het zwembad door vier man schoongemaakt. Bijna twee uur lang waren ze het terras aan het vegen, terwijl één man de zwembadvloer schrobde met een lange bezemsteel. Even verderop was een man de wijnranken water aan het geven. Het café werd geopend door een moderne Italiaanse oma. Een oma omdat ze een bruine hoofddoek droeg en duidelijk oud was, modern omdat ze niet de bekende zwarte jurk en zwarte kousen met pantoffels droeg. Deze oma liep in jogging pak, wel keurig grijs vest met een zwarte broek. Ze werd bijgestaan door een oudere man type terreinknecht, afgetrapte schoenen, vuil grijze broek, verkreukeld groengrijs overhemd, grijze snor en ongeschoren kin, blauwe baseballpet op het hoofd. In de ochtend zijn we op de fiets gestapt richting CAPO SANTA MARIA DI LEUCA . Als fietser voel je je niet helemaal thuis op de SS275. Het stadje heeft de sfeer van een Nederlandse badplaats in het najaar. Alle huizen zijn afgesloten. Voor een stadje van dergelijke omvang zijn er weinig mensen aan het flaneren. Het uitzicht is prachtig. Aan de ene kant de donkerblauwe IONISCHE ZEE en aan de andere kant de iets meer helder blauwe ADRIATISCHE ZEE. Je ziet mensen op de meest onmogelijke rotsen liggen te zonnen of te vissen. Op de terugweg even langs de plaatselijke kerk gereden waar juist een bruiloft bezig was. De kerkklokken gaven een eigenaardige klingel. Later kwamen we identiek geklingel tegen en bleek het uit een luidspreker te komen. Terwijl de bruiloft aan de gang was zag je allerlei mannen in net pak naar buiten komen, uitgebreid met elkaar praten en daarna gingen ze weer naar binnen. Een poosje later kwam de een na de ander weer naar buiten, het was blijkbaar te warm in de kerk. Vervolgens zijn we fietsend naar de basiliek en de vuurtoren gereden. De licht gele basiliek met witte plavuizen voor de ingang stak prachtig af tegen het blauw van de ADRIATISCHE ZEE. De pastoor had net de kerk gesloten zodat we niet naar binnen konden. Op een terrasje dronken we cappuccino en aten we een ijsje. Op de fiets weer naar de camping. De Italiaanse autochauffeurs doen wel voorzichtig met fietsers, ze remmen voor je, gaan ruimschoots om je heen en toeteren als ze Marja zien. In de middag zijn we met de camper langs de kustweg van SANTA MARIA DI LEUCA naar OTRANTO gereden. We wilden het kasteel van de Normandische kruisvaarders in OTRANTO bekijken. De weg ernaar toe is een belevenis. Mooie grijze rotspartijen, groene cactussen, oleanders, pijnbomen, gele villa's afstekend tegen een donker blauwe zee en een lichtblauwe lucht. Diverse malen gestopt om het schouwspel eens rustig te bekijken. Villa's zijn gebouwd van rotsblokjes, tuinen en erven zijn ommuurd met rotsblokjes, landerijen liggen bezaaid met rotsblokjes, in sommige gebieden zie je hele velden met alleen rotsblokjes. Het zijn hele maanlandschappen, zo kaal en verlaten dat het mooi wordt om naar te kijken. We stopten bij een ronde toren waarvan we er al enkele gezien hadden op onze route langs de kust. Het bleek een waarschuwings- en verdedigingslinie te zijn uit de vijftiende eeuw. Op onderlinge gezichtsafstand stonden langs de hele kust ronde en vierkante torens met uitkijkposten. Zij waarschuwden of verjoegen mogelijke piraten, die vanaf zee richting OTRANTO gingen. Vlak voor de toren waren grotten door de zee uitgeslepen, overal vissende mannen. Op de slingerende kustweg kwamen we tientallen motorrijders tegen die met zeer hoge snelheden door de bochten vlogen. Vanaf OTRANTO wilden we nog langs GALLIPOLI rijden, maar we waren te moe en het werd al bijna donker.
Tegenlicht bij zee beveiliging tegen piraten Otranto's kasteel de zuidelijkste kerk scheiding van twee zeeën de zuidelijkste camping