=Zaterdag, 14 september 2019=

Dat benauwde warme weer bleek de voorbode van een hevig onweer enkele kilometers ten westen van ons. We hoorden niet de donder maar zagen wel de bliksemflitsen die de lucht onophoudelijk in het licht zette. Een prachtig gezicht ware het niet dat het bij ons rond 4 uur flink ging regenen met af en toe flinke windstoten. Die wind was de reden dat we met noodspoed het dak van onze camper naar beneden lieten zakken. Gelijktijdig hoorden we een geraas dat we niet thuis konden brengen. We hebben de bui zittend in de camper over ons heen laten gaan. Toen het tegen zeven uur ophield gingen we naar buiten om naar het toilet te gaan. Bij het openen van de schuifdeur zagen we dat de boom naast ons een afgebroken tak had. Wij hadden onze camper geparkeerd onder een zeildoek dat gespannen was om de hete zon te temperen. De boomtak was door dit zeildoek gedrongen en bleef een tiental centimeters boven de grond aan dit zeildoek hangen. Hadden we de auto een meter meer naar rechts gezet dan was de tak boven op onze auto terecht gekomen. Wie durft nu nog te zeggen dat vrijdag de 13e een ongeluksdag is. De route naar GIBRALTAR was vol verkeer. Naar Spaanse begrippen bijzonder druk. Door het noodweer van afgelopen nacht en de vrijwel onafgebroken bewolking was het benauwd warm. In de omgeving van GIBRALTAR was het spannend om te rijden. We wisten niet wat we tegen zouden komen. Rijden ze er links? Vlak voor de grens lag een groot parkeerterrein waar we besloten om niet met de auto Engels grondgebied in te gaan. Lopend kun je de grens overgaan, waarbij we het vreemd vonden dat je via een douanecontrole binnen komt. Zonder paspoort kom je er niet in. Het eerste wat we over de grens heen zagen was een rode telefooncel. We dachten dat dit een aandenken was aan de goede oude tijd, totdat we er meer zagen staan. Ze worden nog steeds gebruikt. Via een groot plakkaat kwamen we erachter dat je voor enkele euro’s de gehele dag gebruik kon maken van alle buslijnen. Leek ons wel handig om aan te schaffen. De bus rijdt vanaf de grenspost dwars over de landingsbaan van het plaatselijke vliegveld. Vertrekt of land er een vliegtuig dan worden eerst alle mensen en auto’s stopgezet, net zoals bij een spoorwegovergang. Gaande weg gedurende deze dag merkten we dat het helemaal niet zo eenvoudig was om je weg te vinden per bus. Er rijden 10 buslijnen, maar je hebt geen kaart waarmee je eenvoudig kunt zien waar de bussen rijden. Je loopt naar de dichtstbijzijnde halte. Kijkt op een wegenkaart waar je heen wilt. Onthoudt de straatnaam en kijkt op de routebeschrijving van de bussen die langs de halte rijden. Vervolgens probeer je op de wegenkaart die routebenamingen terug te vinden om te zien waar je moet overstappen. In de bus zelf wordt niet aangegeven wat de eerstvolgende halte is. Je moet via kleine letters op de bushalte zelf zien waar je bent. De bussen rijden zo snel en de letters zijn zo klein dat het bijna onbegonnen werk is vanuit een rijdende bus. GIBRALTAR is op elke vierkante meter benut. Er staan een onnoemelijk aantal flatwoningen waardoor je je gaat afvragen waar al die duizenden mensen werken. Wat doen die voor werk op zo’n klein grondgebied. Doordat we de buslijnen niet goed begrepen hebben we hele stukken lopend afgelegd. Het Engelse grondgebied is groter dan je denkt. Om de een of andere reden werden we niet getroffen door de schoonheid van het gebied. Het was er druk, vol gebouwd, warm en redelijk ongezellig. Ons hoofddoel vandaag was de kabelbaan naar de top van de GIBRALTAR ROTS . Het was er niet druk, zodat we al snel de gondel in konden. Je staat er wel als sardientjes in. De klim naar boven is steil en duurt niet al te lang. Boven aangekomen heb je een prachtig overzicht over de omgeving die diep onder je ligt. De apen zitten in een soort rotspartij waar ze elkaar vlooien, spelen en tassen van toeristen proberen te pakken. Het gedeelte waar wij stonden had twee oude apen die rustig op de balustrade naar ons zaten te kijken. GIBRALTAR is leuk om een keer gezien te hebben. Het zit vol Engelse heroïsche geschiedenis momenten. We verlieten GIBRALTAR, kochten in Spanje bij een straatverkoper warme gepofte kastanjes en gingen op weg naar CADIZ . De receptioniste van de camping reageerde niet op het feit dat we voor de gesloten slagboom stonden. Ze was aan het bellen. Waarom doet zij die poort niet eventjes open. We zetten de motor uit en gingen naar binnen. Wachten totdat zij klaar was. Toen bleek het een prachtig leuk mens te zijn. Ze had twintig jaar geleden tijdens haar studie een poos in MOERGESTEL gewoond en kende nog een paar woordjes Nederlands. Haar Engels was goed te volgen en ze gaf ons adviezen hoe wij CADIZ konden bereiken en waar leuke toeristische plekken waren. Ze vertelde waar wij de volgende dag de boot naar CARDIFF konden nemen. We keken haar met verbazing aan totdat wij begrepen dat CADIZ met een zachte z lijkt op CARDIFF. Wat wij tot dat moment ook niet wisten was dat CADIZ op een eiland ligt en per boot te bereiken is vanaf EL PUERTO DE SANTA MARIA waar onze camping lag.
vrijdag de 13e is een geluksdag MIDDELLANDSE ZEE strand bij TORRE DE LA MAR druk verkeer in SPANJE we dachten dat dit nostalgie was geen dubbel dek bus in GIBRALTAR een ongezellig stadsbeeld de beroemde GIBRALTAR aap uitzicht vanaf de GIBRALTAR ROTS aap en uitzicht strand bij CADIZ